Ik ben Anna Dijk. Ik maak podcasts en ik schrijf, schrijf en maak podcasts, zowel fictie als non-fictie.
Ik schrijf onder andere voor Trouw. Het afgelopen jaar heb ik me veel gefocust op gender, grensoverschrijdend gedrag en neurodiversiteit.
Het mooie aan journalistiek vind ik dat je kennis maakt met zo veel mogelijk verschillende onderwerpen. Aan de andere kant ga ik ook graag de diepte in. Zoals bij Pointer, waar ik onderzoek deed naar seksueel grensoverschrijdend gedrag bij studentenverenigingen, en het onderzoek naar ABA behandeling bij autistische kinderen voor Trouw, in samenwerking met Maurice Timmermans.
Tijdens mijn master journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen ben ik me steeds meer gaan focussen op podcasts. Tijdens mijn masterscriptie won ik het Hendrik de Vriesstipendium, waarmee ik de kans kreeg om mijn eerste echte podcast te maken. Dat werd “Hoe ik leerde om op te staan van de bank”, een persoonlijk verhaal over hoe ik erachter kwam dat ik ADHD heb, en de impact die de diagnose op mij had.
Mijn fictie verhalen zijn vaak vreemd en atmosferisch: een man groeit uit een barkruk, Appelscha is een magisch paradijs waar al je dromen werkelijkheid worden, een vrouw probeert haar hele leven te voorkomen dat een duin over haar huis heen wandelt.
In 2018 won ik Write Now Groningen met dat laatste verhaal: Monnik bij de Zee.
Ik schrijf met name korte verhalen, maar vind het ook leuk om andere genres uit te proberen, zoals poëzie of theater. Op dit moment doe ik mee met Building a Bridge, een samenwerking tussen Noordwoord en Festival Globale in Bremen en maken we een theatervoorstelling met jonge Duitse en Nederlandse schrijvers. Ook heb ik korte fictieteksten geschreven voor DIAtaal, een educatieve uitgeverij voor kinderen.
Het gebeurt vrijwel vanzelf dat mijn verhalen zo vaak de kant van magisch realisme op wandelen. Wat ik fascinerend vind aan journalistiek is dat je de interessante details en verhalen uit de werkelijkheid moet vissen, omdat de werkelijkheid zo fascinerend is dat het genoeg is om die te tonen. Maar in fictie maakt het niet uit of de details kloppen, en soms is het makkelijker om een gevoel over te brengen als je je geen zorgen hoeft te maken om realisme.